De toeristen…

De toeristen die historische kerken bezoeken zijn zeer verscheiden qua motivatie en qua religieuze en culturele achtergrond. Het besef van die verscheidenheid moet de Topa-gids helpen voor de rondleiding de juiste toon te vinden. Het publiek dat op bezoek komt in een historische kerk kan je in grote lijnen verdelen in:

1. Het brede publiek

Het culturele toerisme blijft bij een groot deel van de bevolking hoog scoren, al was het maar „om het eens gezien te hebben‟. Welke groep, van welk „pluimage‟ ook, komt niet even uit zijn autobus om een blik te werpen in de voornaamste monumentale kerk van een toeristische trekpleister? In het cultuurpatrimonium bekleden de monumenten en kunstschatten van religieuze aard immers vaak de eerste plaats. Het Westen is dan ook voor een groot deel van zijn (beroemdste) cultuurrelicten schatplichtig aan het christendom. Daarom is een bezoek aan zo’n kerk een must op elk reisprogramma. Voor velen is het bezoek aan beroemde kerken echter niet veel meer dan een vorm van oppervlakkig cultuursnobisme.

Dit brede publiek zal zich niet gemakkelijk een uur lang laten begeleiden door een gids. Vandaar het belang van een gedegen basisinformatie in de bezoekersfolder of bij de kunstwerken ter plekke.

2. Het kunstminnende publiek

Een niet onaardig deel van het publiek komt uitdrukkelijk met kunstzinnige en kunsthistorische belangstelling. Gemotiveerd als het is, is het nieuwsgierig en hongert het naar inzichten en wetenswaardigheden over het gebouw en zijn kunstschatten.

Naarmate de verplichte bijdrage („entreeprijs‟) een barrière vormt voor het brede publiek om een kerk te betreden, zal men verhoudingsgewijze meer met een gemotiveerd kunstminnend publiek te maken krijgen dat sneller op een gids beroep doet.

Een belangrijk deel van dit publiek zijn lokale culturele verenigingen die soms meermaals dezelfde kerk op hun programma zetten, omwille van een gelegenheidsthema.

3. Het zinzoekende publiek

Door zoveel cultuurconsumptie mag men onder al die rondwandelende toeristen het aantal niet onderschatten dat bewust „zoekende‟ is naar inzicht en zingeving. Is de ruimte van een gewijd kerkgebouw niet juist bedoeld om mensen dichter bij de zin van het leven te brengen? De sfeer die eigen is aan echte „religieuze‟ kerkgebouwen wil hen uitnodigen en aanzetten tot reflectie en bezinning. De particuliere kunstwerken kunnen daarbij verder van dienst zijn.

Daarom verwachten zij niet zoveel van een „enge‟ vakgebonden kunstgids, maar zijn zij des te meer opgetogen wanneer de gids hen stapsgewijze de zingeving in de kunst helpt te ontsluieren.

4. Het godsdienstige publiek

Christen gelovigen mogen zich thuis voelen in een kerk omdat de hen vertrouwde symbolen een bedding aanbieden om hun verhouding tot God te beleven. Zij kunnen zich door het religieuze referentiekader uitgenodigd voelen om tot gebed te komen, hoe kortstondig ook.

Omdat zij de rust van een (kapel in een) kerk als de beste manier voor hun spirituele beleving ervaren, beschouwen zij de ronduitpratende gids als een verstoorder van hun kerkgebruik. Vandaar dat het toerisme en dus zeker de Topa-gids de voorbehouden zones voor stilte en gebed moeten respecteren, als teken van respectvolle gastvrijheid.