… gastvrij ontvangen …
Vanuit een pastorale houding wil Topa het toeristenonthaal in kerken beleven als een vorm van gastvrijheid. Een gast wil je graag verwennen door hem een aangename ervaring te bezorgen. In dit geval wil Topa de gasten in monumentale kerken cultureel genot verschaffen.
Maar gastvrijheid houdt ook in dat de Topa-gids de bezoeker, in de mate dat die dit verlangt, zo persoonlijk mogelijk benadert.
1. Met een voelbaar welkom
De bezoeker moet kunnen aanvoelen dat de Topa-gids hem echt opwacht met:
- enthousiasme als basisgezindheid,
- een begroeting, hetzij algemeen, hetzij persoonlijk al dan niet ondersteund door een handgebaar,
- een korte verwelkoming: “goede morgen/middag, welkom in de ….kerk”.
2. Met kwaliteit en stijl
- stijl door een verzorgde articulatie en intonatie, voorkomen, en houding;
- kwaliteit door kennis van zaken, een gevarieerde thematiek, didactische aanpak, een evenwichtige tijdsverdeling.
3. Met aandacht voor de verschillende belangstellingsniveaus
Gezien de verscheidenheid aan verwachtingen bij het publiek (zie De toeristen) wenst Topa dat niemand van de bezoekers op zijn honger blijft. Daarom moet de gids open staan voor de dieper gemotiveerde bezoeker. In een al te oppervlakkige massacultuur wordt de diepgang aan gedachten al te snel platgewalst; daar mag een cultuurgids, zeker als christen, geenszins aan toegeven.
De Topa-gids wil dan ook 2 klippen vermijden:
- de encyclopedische benadering (“dit en dat, door die, daar toen”) die indruk wil maken door kennis te etaleren;
- de anekdotische benadering die vooral wil scoren door luchtigheid en nauwelijks dieper durft ingaan op basisinzichten uit angst „te serieus‟ („saai‟) over te komen.
Daarom opteert Topa, vanuit de voorkeur voor cultuurhistorische rondleidingen, voor een didactische aanpak. Doorheen zijn discours wil de gids de bezoeker een „sleutel‟ aan basisinzichten aanreiken om de kunst beter te helpen begrijpen. Een „sleutel‟ die je „op zak kan steken‟ om elders bij soortgelijk kunstgenot zelf te hanteren. Vandaar de titel van de didactische syllabus: „De sleutel tot openbaring van… „. Juist dankzij deze didactische aanpak, alsook door de aangename manier van spreken en dit binnen een afzienbare tijdsduur, zal de Topa-gids de bezoeker een aangenaam moment bezorgen waar die graag op terugblikt.
4. aangepast aan de particuliere interesses van de bezoeker
Een diepere, christelijke, zin voor gastvrijheid zet de Topa-gids er toe aan om de bezoeker niet zomaar als een anonieme „toerist‟ aan te zien, maar om hem echt persoonlijk als „gast‟ te benaderen.
De beoogde persoonlijke aanpak in de rondleiding gebeurt door zo veel als mogelijk in te spelen op de interesses van onze „gast‟.
Tijdens de gewone rondleiding selecteert de Topa-gids enkele kunstwerken of facetten die (in-)direct aansluiten bij de belangstellingssfeer van de bezoeker:
– zijn studie of beroep: zie het iconografische repertorium met o.m. de oude ambachten;
– zijn leefwereld, hobby…: zie het iconografische repertorium met algemene thema‟s zoals liefde en trouw, leven en dood, …
– zijn origine, qua nationaliteit of qua woonplaats, en dit op tweevoudige wijze:
- eerder dan de „toerist‟ te imponeren door ons Antwerpse verhaal („onze‟ historie, „onze‟ monumenten en „onze‟ uitstraling), wil de onthaalgids de aandacht richten naar wat ons gemeenschappelijk bindt. Daarom selecteert hij in de monumentale kerken graag datgene wat een aanknopingspunt vormt voor onze gemeenschappelijke cultuurgeschiedenis, in goede zowel als in kwade dagen (zie de internationale gastbrochures, alias „de groene boekjes‟). Verrassend zelfs hoe vaak we zichtbare relaties kunnen aanwijzen waardoor onze monumentale kerken niet alleen „Antwerps‟, maar ook een beetje „buitenlands‟ blijken te zijn.
- Al naargelang de herkomst van onze gastvergelijken we ook bepaalde kunstwerken of fenomenen met soortgelijke in zijn land van herkomst.
Zo tracht de Topa-gids de buitenlandse bezoeker te stimuleren om de verwantschappen in eenieders cultuur beter te leren kennen. Op die wijze hopen we dat onze gast zich meer thuis voelt in „ons aller‟ Antwerpen.