De Kempen, Kerken en Toerisme
Toerismepastoraal, Bisdom Antwerpen (TOPA vzw)

[wpml_language_selector_widget ]

Herentals - Sint-Waldetrudiskerk

Sint-Waldetrudis - patroonheilige

Waldetrudis’ identiteitskaart

geboren:begin 7de eeuw, ten tijde van de regering van Dagobert I (629-639), als dochter van Walbertus, Waals edelman uit het Merovingische koningshuis, en Bertilde; geboorteplaats onbekend.
gestorven:9 april, ca.688 te Châteaulieu
heilig-verklaring:kort na haar dood zou haar lichaam boven het altaar in het oorspronkelijk kerkgebouw van Bergen opgeborgen zijn (= heiligverklaring door het volk); officieel als heilige door de Kerk erkend in 1039.
familie:zuster van Aldegonda van Maubeuge († 684), die daar een klooster stichtte.
voornaam:de 1ste stam ‘wald’ (Germaans) betekent heersen (cf. geweldenaar, geweldig); de 2de  stam ‘trud’, trût, drût (Oudhoogduits): ‘kracht’. Later treft men bij vrouwelijke voornamen het Middelnederlandse ‘druut’ aan: vriend, minnaar, geliefde; van trûten: liefhebben (cf. vertroetelen).
levensstaat:

uitgehuwelijkt aan de Frankische graaf Madelgarius of Malgaire († ca.677), van wie ze 4 kinderen krijgt: 2 dochters: Aldetrudis († ca.696) en Madelberta († ca.705) en 2 zonen: Landericus en de jongere Dentelin (als kind overleden).

Beide vrome partners wensen zich uit de wereld terug te trekken in een klooster. Haar echtgenoot start zijn kloosterleven te Hautmont bij Maubeuge (Fr., toen Henegouwen) en trekt zich vervolgens terug op zijn landgoed te Zinnik (Soignies), waar hij – onder de naam van Vincentius – een klooster sticht. Hij sterft er als abt ca.677. Daarom is hij dan ook beter bekend als Vincentius van Soignies.

De beide dochters volgen beurtelings hun tante Aldegonda op als abdis terwijl hun broer Landericus van zijn vader de verantwoordelijkheid krijgt over het klooster van Zinnik. Alle familieleden worden door het volk als heiligen vereerd.

beroep:huismoeder die omwille van de opvoeding van de kinderen langer thuis ‘in de wereld’ blijft. Door contact met de kluizenaar St.-Ghislain (Gislenus) bouwt zij een kluis (later een klooster) op de heuvel (‘berg’) Castrilocus. Op haar persoonlijk verzoek ontvangt zij het kloosterhabijt uit de handen van de bisschop van Kamerijk, St.-Autbertus. Adellijke dochters volgen haar en zo wordt zij de stichteres en de eerste abdis van haar klooster, waaraan zij haar bezittingen schenkt. Hierrond ontstaat de stad Bergen (Mons).
relieken:zeker vanaf de 9de eeuw vereerd in de Ste.-Waudru te Bergen.
Een stuk kaaksbeen wordt in 1685 naar Herentals overgebracht n.a.v. het 50-jarig jubileum van de opgeheven dreiging vanwege Frederik-Hendrik van Nassau.
patrones van:
  • de stad Bergen, waarvan zij als stichteres geldt. Vandaar de jaarlijkse ommegang met de ‘gouden’ koets (1781), de zondag na Drievuldigheidszondag.
  • de stad Herentals, omwille van het patronaat van de kerk, gesticht op een domein van het kanunnikessenkapittel van Bergen.
feestdagen:9 april; te Bergen ook op 12 augustus en 2 november.

Waldetrudis in de kunst herkenbaar

alsaan
heilige:aureool: een heilige in wie men het heil van God meer kan ervaren, straalt m.a.w. Gods licht van liefde en wijsheid uit.
klooster-stichteres:kerkmodel in de hand of aan de voet
kloosterlinge:habijt en kap
boek voor het officiegebed (?)
vrome, biddende:gevouwen handen
een rozenkrans
de kelk van de Eucharistie
abdis:een (niet altijd) gesluierde kromstaf in de hand(-en)
eigen fysionomie:/
patrones van de parochie:stadsgezicht als achtergrond, met focus op de Sint-Waldetrudiskerk
patrones van Herentals:stadsgezicht als achtergrond; wapenschild van Herentals
patrones van Bergen:stadsgezicht als achtergrond; wapenschild van Bergen

Waldetrudis in haar kerk te Herentals: iconografische context

Het ligt voor de hand dat Waldetrudis hier in de kerk die haar toegewijd is, extra aandacht krijgt.

Ter verwelkoming van de parochianen onder haar hoede staat de patrones hen op te wachten aan het hoofdportaal, vóór het timpaanveld: een stenen beeld van Modest Peeters (1978).

De ereplaats krijgt zij in haar kerk, enigszins verrassend, niet allereerst op het huidige barokke hoofdaltaar. Vraag is in welke mate haar voorstelling op het vroegere maniëristische hoofdaltaar met zijn retabeltriptiek aanwezig was; enkel op de buitenluiken in grisaille?

Maar de stadspatrones werd zeker sinds begin 17de eeuw geëerd met een eigen altaar in de zuiddwarsbeuk. Daar komt men haar danken omdat zij in 1635 verantwoordelijk wordt geacht voor de wonderlijke redding van de stad uit de handen van Frederik-Hendrik van Nassau, die op onverklaarbare wijze zijn offensief tegen de stad stopzet. Ter gelegenheid van het 50-jarig jubileum hiervan brengt men in 1685 met veel luister een reliek van haar uit Bergen over naar Herentals.

Het meer dan levensgrote, zwierige beeld van de patrones dat zeker voor een ereplaats bestemd was, hoorde op een misschien voorzien barokke hoofd- of zijaltaar. Samen met de wit beschilderde houten beelden van St.-Barbara en St.-Ambrosius, nu ook in de zuiddwarsbeuk, vormt het alleszins een trio. De adellijke gekroonde dame draagt een modieuze corsage en een brede mantel met pelsen boord. Haar kloosterleven is enkel af te leiden uit de abdisstaf en haar gesteven dubbele kap (waarop dan – een weinig komisch – het kroontje staat).

Om haar patronaat te affirmeren staat haar beeltenis her en der ter bekroning van een meubel.

Haar buste prijkt boven de deur van de orgeltribune in het medaillon met daaronder de cartouche “S. Waldetrudis” (door Jan Brasseur, ca.1770): naast haar mantel met een ‘gewone’ pelsen zoom draagt zij een konijnenbonten handverwarmer: een almuis.

Bovenop de barokke biechtstoel (door J. Van Tendelo, 1651) in de noordkoorgang werd waarschijnlijk haar beeldje toegevoegd: met zeer lange hoofdsluier; [beide handen verloren].

Onder een houten reliëfbuste, op een ovalen medaillon, nu in de oude sacristie, staat zij vermeld als “S. Waldetrudus”. Blijkbaar is het de opdrachtgevers ontgaan om de beeldsnijder te corrigeren bij de overduidelijke Latijnse mannelijke uitgangsvorm van haar naam…

Als patrones van de parochie en van de stad Herentals:

Het St.-Waldetrudisglasraam in de kapel van O.-L.-Vrouw van Lourdes (1880) herinnert aan de voorgaande pastoor-deken. Om haar bescherming te beklemtonen maakt men hier gebruik van het iconografische motief dat ontleend is aan de zgn. Schutsmantelmadonna. Waldetrudis spreidt a.h.w. haar mantel over haar beschermelingen, die haar staande flankeren. Deze eenvoudige compositie met enkel een jongen en een meisje, beiden met gevouwen handen, verbeeldt ook de verering van de Herentalsenaren. De burgers van de stad waren toen nog allen tegelijkertijd parochianen van de ene Sint-Waldetrudisparochiekerk. De jongen met krullen, met een bruine tas aan een riem – iconografisch rechts – én het meisje kijken beiden op naar de heilige. Het meisje heeft de haren eerbiedig bedekt met een (rode) hoofddoek zoals toen de gewoonte was bij het kerkbezoek. Twee kleurrijke engelen houden elk de hoek van de schutsmantel op. Het opschrift noemt haar patrones van stad en kerk “Oppidi et ecclesiae Patrona”. Hier hangt aan haar abdisstaf – zoals het hoort – een sluier.

Op het processievaandel van het St.-Franciscus Xaveriusgenootschap (Louis van Moock, Antwerpen, 1873) staat haar afbeelding als eerste boven het stadswapen van Herentals. Staande in een gotische kloostergang, neemt zij haar medezusters onder de schutsmantel onder haar hoede. Als toonbeeld van “Standvastigheid” door de geloften van het kloosterleven wil zij ook ‘haar’ parochianen van Herentals in deugdzaamheid sterken.

Op de achterzijde van het 19de-eeuwse processievaandel met ‘O.-L.-Vrouw geeft de Rozenkrans aan St.-Dominicus’ staat de stadspatrones met op de achtergrond de toenmalige klokvormige bekroning van de vieringtoren (kort na 1769 – 1901). (zie foto rechts)

Met haar 19de-eeuwse beeld, afkomstig van de kapel van het St.-Jozefscollege, stond zij daar ook de studenten als stadspatrones voor ogen.

In de noordkoorgang hangt de anonieme epitaaftriptiek van de Herentalse pastoor Christiaan van Tendeloo († 1583), met het portret van de aflijvige op het rechterluik. Op het linkerluik staat Waldetrudis als beschermheilige van diens parochie, maar tevens patroneert zij, vergezeld van haar 2 dochters Aldetrudis en Madelberta, eveneens in religieus habijt, de door haar gestichte stad Mons (Bergen), fantasierijk op de achtergrond weergegeven.

Een reliek van de vereerde heilige wordt hier sinds 1685 bewaard en in processie meegedragen. De beide houten reliekkasten door Jacobus Spoeden dateren uit de tijd van de aankomst van de reliek. De wandreliekkast van de patrones en van andere heiligen bevindt zich naast haar voormalig altaar in de zuiddwarsbeuk; het draagbare, houten reliekschrijn, wordt bekroond door haar buste.

Herentals Waldetrudis op hoofdportaal 1978 Modest Peeters
Herentals Waldetrusdisglasraam in OLV-kapel
Herentals Waldetrudis op processievaandel