De Kempen, Kerken en Toerisme
Toerismepastoraal, Bisdom Antwerpen (TOPA vzw)

[wpml_language_selector_widget ]

Herentals - Sint-Waldetrudiskerk

De toren:
een religieus middelpunt
voor de hele stad

De Sint-Waldetrudistoren beheerst niet enkel de kerk en haar omgeving, maar de hele stad Herentals. Van welke richting men ook komt, het hemelgerichte baken oriënteert eenieder. Met zijn heel eigen profiel is de 65m hoge spitse viering­toren vanop zijn hooggelegen positie van wijd in de omtrek herken­baar. Pure God-gerichtheid als religieus middelpunt van een stedelijke gemeenschap of (ook) naijver om de buren te overtreffen?

Doordat de vroeggotische vieringtoren uit de 14de eeuw overeind is blijven staan, heeft men – in de voor Herentals steeds minder gunstige tijden – niet meer de moeite gedaan om een zware westtoren op te trekken – zeer ongebruikelijk voor de Brabantse gotiek.

Een architecturale merkwaardigheid is de positie van de toren tussen schip en koor. Mogelijk is de toren die zich boven de dwarsbeuken verheft, het enige overblijfsel van een volledige kerk uit de 14de eeuw. 4 stevige pijlers vormen de dragende hoeken van de gehele viering(-toren) en vormen aldus ook de aanzet voor de beide dwarsbeuken. Dit oudste deel van het interieur is echter opmerkelijk lager dan de middenbeuk.

De vieringtoren die doorgaat voor het 1ste belfort ter stede vertoont geen decoratieve fantasie: stevigheid is zijn hoofddeugd. In een aparte ruimte met een stenen vloer boven het vieringgewelf van de kerk werden de keuren bewaard.

Herentals panorama

Na een hevige brand in 1769 dekt een klokvormige bekroning gedurende anderhalve eeuw de vieringtoren. Sinds 1901 prijkt er weer een 33m-hoge spits op die het kruis van het christelijk geloof hoog ‘in het vaandel voert’.

Het 16de-eeuwse torenkruis, dat zowel bij de storm van 1606 als bij de brand van 1769 naar beneden was gestuikt, heeft toch telkenmale zijn val overleefd. Het 4,40m hoge ijzeren gevaarte kon zowel bij de wederopbouw van 1607 als bij die van de barokke torenbekroning in 1769 herplaatst worden. In 1901 werd dit oude torenkruis vervangen door het huidige en sindsdien hangt het tegen de sacristiemuur.

Helemaal bovenaan staat de parochiaan die het meest te zeggen heeft. Inderdaad, als er in Herentals één iemand – met recht en reden – ‘hoog van de toren blaast’, dan is het wel de torenhaan van de Sint-Waldetrudiskerk. Waarom staat daar, zoals op bijna alle kerktorens, een haan boven, in weer en wind? Kijk, wat is kunst? Een kunstvoorwerp heeft 3 eigenschappen. Passen we dat even toe op de torenhaan:

1) Omdat men graag weet vanwaar de wind komt, maakt men een nuttig instrument: een soort wijzer op een draaibare as. Aan de ene kant van die wijzer is er een groot oppervlak waartegen de wind duwt; aan de andere kant is er een spitse pijl die dan tegen de windstroom in komt te staan en zo aanduidt vanwaar (!) de wind komt.

Of de wind nu uit de ene richting of uit de andere richting komt: het resultaat blijft hetzelfde: het is altijd de staart die weggeblazen wordt, zodat de pijl komt te staan tegen de windrichting in!

Om deze banale pijl wat mooier in te kleden hebben onze voorouders gedacht aan een figuur, meer bepaald een vogel die aan de ene kant een groot staartoppervlak heeft en aan de andere kant een spitse snavel die als wijzer dient.

Men had evengoed de pauw kunnen gebruiken; maar waarom nu precies de haan op die klokkentoren? Er speelt ook een idee mee, in dit geval de waakzaamheid. Als we eerlijk durven toegeven: wij slapen liever, in plaats van op te staan. Wat doet nu de haan? Hij roept de mensen wakker, hij roept ons op – net als de klokken. De hanen waren vroeger zo wat de wekkerradio en dit niet enkel op de buiten, dat was ook zo in de stad. Die haan staat symbool voor iemand die ook – figuurlijk – oproept, nl. de pastoor op de preekstoel die de mensen tot de hogere waarden van de liefde probeert op te roepen. Maar de arme man moet bijna per definitie tegen de massa in, tegen de stroom in, preken, want de mensen laten zich inderdaad liever in slaap wiegen door allerlei genoegdoeningen dan óp te staan voor die geestelijke idealen. Om tegen die algemeen-menselijke zelfgenoeg­zaamheid in te gaan, en de mensen op te roepen om naar het huis van God te komen, krijgt de predikant een steuntje in de rug vanwege de haan. Op de hoogste top van de parochie, boven op de klokkentoren, is die het best geplaatst om de mensen op te roepen om naar de kerkdienst te komen, althans symbolisch-visueel, want in feite zijn het de klokken onder hem die oproepen: ‘luiden’.

Vermits de torenhaan met zijn snavel tegen de windrichting in gekeerd staat (om te wijzen) is hij het perfecte symbool voor elke profeet die tegen de (wind)stroom in toch de waarheid durft zeggen.

nog een torentje

Het traptorentje aan de zuidkant heeft een eigenaardige vorm. De achthoek oogt vreemd: hij wordt in de 4de geleding ingevuld door een cilindervormige muur met daarboven een open lantaarn met kleine bogenrij. Een kegel bekroont het geheel. De bijnaam ‘zilvertorentje’ is te begrijpen als men weet dat hier, palend aan de toenmalige sacristie, maar veiliger in de hoogte, het kostbare liturgische gerei werd bewaard.